PHILIPPOT MARC
Ontstaan en begin van de fokkerij E’Naine
Van jongsafaan voelt Marc zich aangetrokken door natuurlijke ruimte en het contact met grote diersoorten. In 2000 besluit hij dan ook over te gaan tot het aanschaffen van enkele percelen grond in het dorp Freyneux (gemeente Manhay), waar de familie van zijn levensgezellin sinds meer dan 50 jaar over een woning beschikt. De terreinen bestaan uit oude en verlaten, moerassige weilanden in de diepte van een Ardense vallei. Zijn bedoeling is het opstarten van natuurreservaten en het onderhoud door middel van een begrazingsproject. De plaatsnaam “E’Naine” betekent in het Waals “langs de Aisne”. Deze stalnaam werd gekozen omdat de eerste veulens op deze plaats werden geboren, langs de rivier de Aisne.
In 2003 bereikt de oppervlakte van de aangeschafte terreinen 6 Ha. Dan moet worden besloten welke diersoort de terreinen zal begrazen. Het schaap en het rund worden snel opzij gezet. Het schaap omdat zijn hoeven niet voorzien zijn op de drassige gronden die moeten worden begraasd, het rund omdat de rustieke runderrassen maar heel moeilijk handelbaar zijn. Marc beslist dan ook zijn project verder te zetten met paarden. Na een lichte aarzeling met de Konik (te wild), en een bezoek aan de fjorden fokkerij bij de familie Cremers, komt Marc bij de Fjord terecht: een uitstekend primitief paardje, een echte overlever die zelf zijn plan kan trekken! Verder beschikt de fjord over een uitstekend leervermogen, waardoor hij tevens kan ingezet worden bij verschillende onderhoudswerken binnen de reservaten (boomslepen, hooi aanbrengen, …).
Heden ten dage beheert Marc een dertigtal Ha. Opdat zijn Fjorden zich jaar in jaar uit zouden kunnen handhaven in de reservaten, rekent hij 5 Ha per pony. Het betreft hier magere gronden, die in geen enkel opzicht te vergelijken zijn met ‘gangbare’ weidegronden. Marc schafte eveneens enkele hooiweides aan, zodat hij autonoom is wat betreft het voederen van zijn dieren. Deze worden buiten de reservaten gevoederd bij sneeuw en op het eind van de winter (februari – maart)in afwachting van de lentegroei. De paarden hebben het ganse jaar een zoutsteen (met selenium) ter beschikking.
Visie op de fokkerij van de Fjord
Marc heeft nood aan fjorden met een groot aanpassingsvermogen aan het leven in het wild. Een van de belangrijke kenmerken van de fjord is zijn mogelijkheid een groot voedselreserve aan te leggen in de herfst om hem de winter te laten doorkomen. De singelomtrek ( maatstaaf van de opgeslagen vetmassa) kan bij een fjord heel erg variëren tussen het eind van de zomer (210cm) en het eind van de winter (170cm), zonder dat het dier hierbij ondervoed raakt.
Marc houdt van Fjorden met een sterk karakter, een goed ontwikkelde persoonlijkheid, zeker van zichzelf, zonder te veel nervositeit te tonen. De betrouwbaarheid van de fjord vind hij terug in de rustieke, volgzame manier waarop hij natuurlijke hindernissen aanpakt (nadenken eerder dan stressen). Fjorden hebben een uitstekende capaciteit tot aanleren. Het samen evolueren gebeurt in vertrouwen, zonder etappes over te slaan en van bij de geboorte.
Om deze eigenschappen bij zijn fjorden terug te vinden, liet Marc zich begeleiden door een dierenarts en leden van het Fjordenstamboek (een gepaste fokmerrie vinden, improviseer je immers niet). Bij het fokken en kiezen van combinaties zal hij steevast rekening houden met deze eigenschappen om een rustieke Fjord die zeker in het werk is te behouden.
Bij de fjordenfokkerij E’Naine veulenen de merries één jaar op twee, opdat de merries een optimale conditie kunnen behouden. De merries blijven ‘s winters buiten met hun veulen. Ze worden bijgevoederd met hooi (laat gemaaid, met een grote diversiteit aan planten); het eten van takken van bepaalde houtsoorten (wilg, populier, hazelaar, …) is eveneens belangrijk in het koude seizoen. Het spenen gebeurt op één jaar, wat het veulen de mogelijkheid geeft zijn eerste winter gemakkelijk door te komen en tevens zijn socialisatie bevorderd.
Het is belangrijk verschillende merrielijnen aan te houden, zonder verwantschap. De verscheidenheid binnen zijn groep paarden is belangrijk voor Marc. Volgens hem moet de fokkerij als eerste doel hebben, een maximum aan genen door te geven aan de volgende generatie. Een te veel aan selectie zou het ras verengen tot een veelvoud aan individuen die allemaal dezelfde zijn, wat een drastische vermindering aan genetische diversiteit met zich mee zou brengen. Dit is net zo zeer te vermijden als bloedverwantschap. Een goede manier om dit evenwicht te behouden, bestaat erin de slechte dieren uit de fokkerij te mijden, eerder dan de fokkerij te richten op de beste individuen.
De te behouden basiskenmerken zouden het primitieve en polyvalente karakter van de Fjord moeten zijn. De Fjord is een van de laatste rassen die deze twee eigenschappen weet te combineren. Het is voor Marc dan ook belangrijk de primitieve tekenen van de Fjord te blijven vastleggen (zebrastrepen, aalstreep, harde en kwaliteitsvolle voeten).
Marc verbaast zich over de doorgedreven kwaliteitsvolle selectie van de vaderdieren, terwijl er met elke willekeurige fjordmerrie kan worden gefokt. Er zijn volgens hem te weinig hengsten beschikbaar, ook al onderstreept hij dat hij ze meestal van goede kwaliteit vindt en dat de meesten met zekerheid een plaats in zijn fokkerij kunnen vinden. Daarentegen moet hij tientallen merries hebben gezien, alvorens een geschikte fokmerrie te kunnen selecteren die aan zijn criteria voldoet (problemen met voeten, bewegingen, opvoeding, socialisatie, weinig uitgesproken primitieve kenmerken, … )
Huidige fokkerij
De fokkerij bestaat uit drie merrielijnen:
Doline: Larco x Sira (Toddy)
Gita : Valdeman x Ulla Van ‘t Poezelerf (Panos)
Connie : Cobus x Wendy (Charly)
De gebruikte hengsten zijn : Lora, Léo De Chaumont en Tord Dorteson.
Alle 4 tot 5 jaar verandert Marc van hengst. Er is momenteel geen hengst aanwezig in Marc’s fokkerij.
2018 was een donker jaar voor zijn fokkerij, ook dat maakt deel uit van het leven van een fokker: het verlies van een fokmerrie in het voorjaar (Doline) en het overlijden van twee jonge merries ten gevolge van atypische myopathie in de herfst (een tweejaarse van Léo x Connie en een driejaarse van Léo x Gita). Beiden waren geselecteerd om zijn fokmerriestapel te verjongen.
Momenteel bestaat de fokstapel uit 3 merries : Gita, Nita (fille de Gita x Narvestad Daysar) et Connie.
Voor 2019 is Connie drachtig van Léo en Nita van Tord.
Gita gaat terug naar de hengst in de lente van 2019.
Twee mannelijke dieren vervolledigen de paardenstapel:
Ludwig, een ruin (wat goed van pas komt bij het vormen van een groep jonge vrijgezellen) van Lora en Doline en Tempo, een jonge hengst van Léo en Doline.
Indien u nieuwsgierig bent naar het fokken van Fjorden in natuurreservaten, kan u op de website www.paturage.be , online gebracht door Marc Philippot, meer informatie vinden over de diversiteit van de begraasde percelen, de aangetroffen dierlijke en plantaardige soorten, de Fjord in zijn natuurlijke milieu net als een beschrijving van het manipuleren van de Fjord in deze omgeving, van veulen tot volwassene.
Bedankt dat je ons liet kennismaken met jouw fjordenfokkerij, Marc.
Veel succes verder!
Tijl